De Nederlandse zorg is helaas nauwelijks gebaseerd op preventie. Uitzonderingen zijn tandartsen en – waar mogelijk – osteopaten, die wél preventief proberen te werken. Denk aan de controles van een tandarts om gaatjes vroegtijdig op te sporen. Dit willen we immers voorkomen.
Mensen zijn van nature goed in compenseren. Neem bijvoorbeeld een beenlengteverschil: velen hebben dit zonder klachten, en soms ontstaan klachten pas ná correctie, omdat de gecorrigeerde stand voor hen ‘abnormaal’ voelt. Dit geldt ook voor alledaagse klachten. Bij buikklachten compenseert het lichaam bijvoorbeeld door een andere houding. Ontstaat er dan een blokkade die deze compensatie belemmert, spreken we van een decompensatie – het lichaam kan niet langer compenseren, wat vaak tot pijnklachten leidt.
Door het leven heen bouwen we allerlei compensaties op: een gekneusde heup na een val, langdurige buikspanning na een zware griep, of spanning in de nek na een kaakoperatie. Uiteindelijk kan dit leiden tot klachten wanneer het lichaam te veel heeft moeten compenseren en zijn grens bereikt.
Preventieve zorg richt zich op het vóór zijn van klachten en het bevorderen van gezondheid. Daarom is het zinvol om compensaties die door de jaren heen ontstaan, te behandelen – zodat er weer ruimte is om te kunnen compenseren wanneer dat nodig is.
Mocht je vragen hebben omtrent deze behandelmethode, wat ik voor uw klacht kan betekenen of heeft u een andere vraag. Kijk dan verder op mijn website of neem contact op via mijn contactgegevens.